Page 33 - 1968 ... 2013 Soft Living Room
P. 33

Soft Living Room










            Voorafgaand aan deze expositie vindt in de Vlees- en Vishal in Haarlem de tentoonstelling Werken
            in Textiel (25.5.68-21.7.68) plaats. Volgens de catalogus zijn zeven werken van Maria van Elk
            te zien, vier textiel collages, bijvoorbeeld Mamma kijk zonder handen en Het een bestaat door het
            ander, beide in de collectie van het Stedelijk Museum en verder twee ‘textielplastieken’ waaronder
            Kussen dat eerder in het Stedelijk Museum was te zien. Het is de voorloper van een werk dat als
            laatste in de catalogus staat vermeld, Soft Living Room (SLR), die speciaal voor deze tentoonstelling
            wordt ontworpen als een environment. In de catalogus is het schetsontwerp afgebeeld.


            Die eerste SLR is uitgevoerd in donkerblauw stof van de Albert Cuypmarkt, bestikt met gekleurde
            stof met bloemenfiguren. Het is een omsloten ruimte met een diameter van ongeveer 5 meter.
            Op de wand is een landschappelijk tafereel gestikt in fluorescerende, niet-artistieke kleuren. Op
            de vloer van schuimplastic staan zachte heuvels, gevuld met vlokken schuimplastic. Het geheel
            is verlicht door kerstboomlampjes die als sterren in de nacht de wolken in de lucht en de kleuren
            doen oplichten.


            Na Haarlem gaan de werken naar Berlijn, naar de tentoonstelling Kunst69 in KaDeWe (Kauf-
            haus des Westens) 25 april - mei 1969. De Soft Living Room gaat echter niet mee, tot verdriet van
            de organisator Gerd Klemm die graag anders had gewild. Wel wordt het werk in de catalogus
            besproken en genoemd als een voorbeeld van de manier waarop hedendaagse textielkunst zich
            losmaakt van de gebondenheid aan de wand en een object wordt.


            Ook al gaat de Soft Living Room niet naar Berlijn, hij krijgt wel een tweede leven. Willem de
            Ridder, actief in de hoofdstedelijke jongerenscene, laadt het in zijn bestelbus en brengt het naar
            Fantasio aan de Prins Hendrikkade. Fantasio is een paar maanden eerder geopend, op 29 maart
            1968, een dag vóór de opening van Paradiso. Beide jongerencentra zijn op initiatief van De Ridder
            tot stand gekomen, Paradiso als een plek voor experimentele popmuziek en Fantasio als onder-
            komen voor de zogenoemde CS-jeugd (nu: hangjongeren) die voor overlast zorgen op en rond
            het Centraal Station. Je vindt er, in de woorden van De Ridder, een ‘diggersjop [voor tweede-
            hands spulletjes], makrobiejoties restaurant, tee huis, film en rielekste zitjes.’. In Hitweek van 15
            november 1968 verschijnt een stuk over de SLR en een week later verschijnt Maria ook als cover-
            girl in Hitweek in een foto van Peter Ruting waarop zij als een hippiemeisje op kussens ligt in de
            werkkamer van Anni Apol.


            Soft Living Room krijgt een plek aan de achterkant van het gebouw, dat wil zeggen: alleen de
            vloer en het interieur met de heuvels en de wanden, geen plafond. ‘Je zat er in de zon die door
            de grote ramen naar binnen scheen’, herinnert zich Welmoed Lebbing, cultureel werker die de
            dagelijkse gang van zaken in het pand behartigt. Na een brand in het restaurant in de verdie-
            ping onder de kamer met de Soft Living Room gaat Fantasio een paar maanden dicht vanaf 29
            augustus 1969. Welmoed Lebbing neemt de restanten van de Soft Living Room mee naar huis
            waar haar kinderen er nog jarenlang in hebben gespeeld.


                                                                 31
   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38