Page 15 - 1968 ... 2013 Soft Living Room
P. 15

Lysander Apol maakte in 1962 een collage voor Knoll International een etalage en werkt als art
            director bij reclamebureau Prad. Zelf poseert zij eens voor een melkreclame van dat bureau voor
            de slogan Melk de Witte Motor in 1967. Ze bezoekt ook het clubcircuit, het Bimhuis bijvoorbeeld
            waar Maarten van Regteren Altena jazz sessions speelt met Han Bennink, Willem Breuker en Micha
            Mengelberg. Zij herinnert zich ook de nachtelijke jazzconcerten in 1961 in het Concertgebouw
            van Thelonious Monk, Charlie Parker en John Coltrane. Spraakmakend in de beeldende kunst
            zijn destijds de tentoonstellingen van Nul in 1962 en 1965 in het Stedelijk Museum. De installatie
            Zwart Water van Armando, waarbij je in een donkere ruimte over een plankier loopt over een laagje
            water op zwart plastic hetgeen een suggestie geeft van onpeilbare diepte, maakt indruk op haar. Of
            een happening met de Japanse Yayoi Kusama in de nachtclub Birds Club aan het Rembrandtplein,
            waar een naakte Jan Schoonhoven met witte stippen wordt beschilderd die oplichten in Black Light.
            Deze happening gaat vooraf aan de herhaling later in galerie Orez in Den Haag en in het Stedelijk
            Museum Schiedam die op foto’s is vastgelegd en waarop is te zien hoe Kusama in de Polka Dot Love
            Room de naakte Jan Schoonhoven met zwarte stippen bedekt. Oprichter van het marketingburo
            Intomart, Frits Becht, is bestuurslid van de Birds Club en ook dat geeft een indruk van de vermen-
            ging van de wereld van reclame en beeldende kunst in die tijd.


            Maria assisteert korte tijd haar schoonmoeder Anni Apol bij het componeren en borduren van
            wandkleden. Zelf maakt ze ook textiel collages, zoals ze die noemt. Dat deed ze al op de academie
            in Groningen. De stoffen krijgt ze van Anni. Kunstbont bijvoorbeeld is een geliefd modemateriaal
            indertijd. Een vroeg werk uit die tijd uit 1962-63, nu in het bezit van de RKD, is Landschap I . De
            textielcollages zijn gemaakt als appliqué. Op een ondergrond naait ze lapjes stof, vaak zelfbedrukt in
            felle kleuren of bestikt met zilver- en gouddraad. In sommige lappen stof zijn de kleuren tegen elkaar
            geplaatst, of uitgevoerd in de marmer techniek die ze had geleerd aan de academie in Groningen.
            Geleidelijk volgen ook tentoonstellingen. In De Mangelgang en in Winsum bijvoorbeeld in augustus
            1966 exposeert zij samen met Pieter Holstein, Jan Dibbets, haar broer Ger en Jacques van der
            Heyden. Coosje van Bruggen schrijft over haar werk: ‘Haar wandkleden zijn van een afgewogen
            verfijning. Steeds gaat ze uit van een warme, effen ondergrond, waartegen met stukjes stof in subtiele
            kleurnuances een ingenieuze compositie opgebouwd wordt. Door materiaal van verschillende struc-
            tuur te gebruiken bereikt ze een reliëfwerking. Het effect hiervan wordt nog versterkt, doordat hier
            en daar een waas van tule over de stof gelegd is. Haar compositie is niet statisch, ze vermijdt scherpe
            contouren en volgt niet bij het opstikken (…) de omtrek maar ontneemt deze zijn strengheid door
            er met zigzag lijnen overheen te spelen.’ Met name noemt ze Zoete Droompjes: ‘Zalig dat knalgroen,
            rose ‘oranje’. Een wandkleed, dat de donkere hal in een gloeiend licht zet.’   knipsel pagina 8





            ‘Met Anni Apol was hij (Benno Premsela) eindverantwoordelijk voor de inrichting van de etalages van De

            Bijenkorf in Amsterdam. Op het Damrak in Amsterdam, bij de Bijenkorf, betreedt men zijn expositiezaal.

            In de gevel staat zijn werk: etalages. Altijd trekt hij veel publiek, dat kijkt met de bewonderende aandacht

            van een tentoonstellingsbezoeker. Sedert vele jaren zijn de etalages van de Bijenkorf befaamd en het schijnt

            dat hun karakter in de wereld nauwelijks zijn weerga kent.’




            De Tijd, 20 mei 1961

                                                                13
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20