Page 59 - 1968 ... 2013 Soft Living Room
P. 59
Als het werk bekend was geweest, had de Soft Living Room zomaar een case kunnen zijn voor de
diverse onderzoeksprojecten van de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK, www.sbmk.nl), een
samenwerkingsverband van conservatoren en restauratoren van een groot aantal musea met collecties
moderne kunst in Nederland en de huidige Rijksdienst Cultureel Erfgoed (voorheen ICN en RBK).
Sinds de oprichting in 1995 zijn er diverse publicaties en protocollen verschenen, het resultaat van
research in nationaal en internationaal verband. Aan de hand van voorbeelden uit collecties is de
problematiek rond kunststoffen behandeld, de registratie van installaties (www.inside installations.
org, 2007), performances (Performance at Tate: Into the space of Art, London, 2016), het bewaren
van film, video en digitale media. Vele kunstenaars zijn ondervraagd over behoud, beheer van hun
werk (The artist interview, 2012). Er is inmiddels heel veel meer kennis en praktische informatie
voorhanden, maar beheer kost tijd en inzet. Nog steeds ontbreekt de noodzakelijke aandacht en het
budget voor kwetsbare kunst in collecties. Heel even was die aandacht er wel, maar in de begroting
van musea nemen de budgetten voor de afdelingen marketing, communicatie en horeca een steeds
grotere plaats in.
Het is hoe dan ook duidelijk geworden, dat een reconstructie van de SLR nodig is om het werk te
exposeren zoals het bedoeld is. Ludo van Halem vraagt in een brief van 10.8.2000 of Maria daarover
wil nadenken.
Tevens informeert hij het ICN over de stand van zaken rond de Soft Living Room en kondigt aan,
dat de coördinatie van het project in handen komt van Christel Kordes, die per 1 september 2000 als
conservator collecties werkzaam zal zijn.
Opnieuw vraagt hij steun van het ICN.
Door wisselingen van functies en prioriteiten, reorganisaties en bezuinigingen, zowel bij het Stedelijk
Museum Schiedam als bij het ICN wordt het weer stil rond de Soft Living Room. Ook voor Maria
van Elk is het een zwaar dossier. Alleen al het vooruitzicht om de conservering te begeleiden of
mogelijk een nieuwe versie van het environment te maken vergt fysiek en emotioneel veel van haar.
Ze ziet van verdere medewerking af.
In de correspondentie uit juli 2008 tussen het museum en het verzamelaarsechtpaar De Voigt,
(in bezit van veel werk van Maria van Elk) komt de ‘uitzonderlijk fraaie installatie Soft Living
Room’ nog even ter sprake, maar daar blijft het bij. Inmiddels is ook de vinder van het werk Ludo
van Halem vertrokken naar het Rijksmuseum Amsterdam. De Soft Living Room blijft opnieuw
verweesd achter.
Blijkbaar is in hetzelfde jaar met ICN nog gesproken over een kunsthistorisch onderzoek, uit te
voeren door het museum. Althans dat wordt genoemd door manager collecties Christel Kordes in
een brief aan Evert Rodrigo, adviseur collecties van het ICN van 20 april 2010. Het ontbreekt het
museum aan mankracht en geld om verder onderzoek te doen. Ze somt nog eens de mogelijkheden
op, die eerder besproken zijn ten aanzien van het werk. Er is in 2007 nog een uitgebreid conditierap-
port gemaakt door restaurator Lisca Wurfbain. De staat van het werk, de gecompliceerde kostbare
restauratie en mogelijke reconstructie zonder medewerking van Maria van Elk (zoals werd aange-
nomen op basis van haar mening in 2000) leidde tot de laatste resterende mogelijkheid: ‘het kunst-
werk zal ter beschikking worden gesteld aan de wetenschap. De Soft Living Room zal in zijn huidige
staat en verpakking worden overgedragen aan het ICN in Rijswijk. Het instituut zal naar middelen
en mogelijkheden op zoek gaan om een multidisciplinair onderzoek te laten uitvoeren naar de Soft
Living Room’.
57