Page 52 - 1968 ... 2013 Soft Living Room
P. 52
Het werk wordt in onderdelen getransporteerd en ter plekke gecon-
strueerd door haar toenmalige echtgenoot Lysander Apol en zijn
vriend Art van Westerop.
Hoedenontwerper Art van Westerop had haar ook geholpen met de
voorbereidingen van de Soft Living Room. Ze kreeg eens twee veel
te chique hoeden van hem cadeau, die hij in dienst van Yves Saint
Laurent had gemaakt en ze dansten rond met een Perzisch tapijt
hoog boven hun hoofd, terwijl Bas Jan Ader, minzaam toekijkend,
lucifer-dunne shagjes zat te draaien. Het is een typerende impressie
˄ 70. 1961, Lysander Apol,
Roelof Hartstraat, Amsterdam van de onbekommerde sfeer in die tijd.
˅ 71. 1961, Art van Wersterop in Artis,
Amsterdam
Ondanks Bauhaus, Dada en Surrealisme in het Interbellum,
werden na de Tweede Wereldoorlog de wanden tussen de verschil-
lende disciplines weer stevig opgetrokken. In de musea had je
verschillende afdelingen. Beeldende kunst en toegepaste kunst
waren strikt gescheiden. Alles wat geen schilderij of sculptuur
was, werd ondergebracht bij de toegepaste kunst. Dat gebeurde op
basis van materiaal. Textiel hoorde zonder meer bij de toegepaste
kunst en was vooral het domein van vrouwen.
In de jaren 60 werden weliswaar veel grenzen doorbroken, maar
toch bleven ook in de kunstwereld de verhoudingen, op enkele
uitzonderingen na, traditioneel.
De keuze van Maria van Elk voor textiel was uit nood geboren. Ze had geen geld voor verf en
een atelier en ‘schilderde’ daarom met stoffen. Sinds de collage echter zijn intrede had gedaan
in de kunst, en geaccepteerd was, mochten langzamerhand diverse andere materialen ingezet
worden. En daar maakte Maria van Elk dankbaar gebruik van.
Ze beschrijft haar werk in de jaren 60 als textielcollages, die ook een ruimtelijke vorm konden
aannemen. Het zijn voor haar geen wandkleden of textielplastieken.
Aan de hand van de kunstenaar wijst het materiaal zichzelf de weg.
Ze wil bovendien een helder standpunt innemen in de kunstwereld; barrières in de kunst
wegnemen en letterlijk haar werk toegankelijk maken voor de toeschouwer.
De Soft Living Room van Maria van Elk was een sociale sculptuur in de letterlijke zin. Je kon je
afzonderen in de publieke ruimte en relaxen tussen de zachte heuvels van kunstbont.
Maar het werk was kwetsbaar, in alle opzichten. Het vroeg om een zorgvuldige omgang. Een
handleiding bleek eigenlijk noodzakelijk. De bezoeker werd uitgenodigd om de zwart-witte
kamer binnen te gaan en een plek te zoeken in het abstracte landschap. Maar wel met de
schoenen uit.
Na drie maanden tentoongesteld te zijn in Lausanne, ging de SLR enigszins gehavend terug naar
Nederland in de opslag.
In 1971 is de SLR in de afdeling Bouwkunde van de Technische Hogeschool Eindhoven te zien.
Binnen welk kader is niet helemaal duidelijk. Het lijkt Maria van Elk niet onaannemelijk, dat
Paul Panhuysen (1935-2015) betrokken was bij de keuze. Hij was in vele disciplines actief, als
componist en vooral als ontwerper van ‘situasies’: sociale sculpturen in de publieke ruimte en
straatfestijnen.
50